Vijf kunstenaars vragen om in dialoog te gaan, geeft verschillende manieren van kijken. Sommige samenwerkingen ontstaan bij gratie van toeval of bewondering, en de ene dialoog is al concreter dan de ander. Affiniteit staat echter voorop. Een dialoog vindt plaats vanuit de herkenning. DIALOOG dankzij TOEVAL Waar Gauthier Oushoorn een schets maakt in onderzoek naar een vierde –en dus onbestaande dimensie- vindt hij bij Sam Weerdmeester een opvallende overeenkomst in een foto van een kantoorgebouw – en dus bestaande situatie. Een toeval, zoals hij het stelt, waar hij dankbaar gebruik van maakt voor deze tentoonstelling. Aan de hand van de schets -een schematische voorstelling van een tijdsverloop- heeft Oushoorn een sculptuur uitgewerkt, zodat zijn vierde dimensie een feitelijke aanwezigheid verkrijgt naast de afbeelding van Weerdmeester. DIALOOG uit HERKENNING Voor Johan De Wilde bestaat het contact met het werk van Bram Van Stappen uit een verwantschap in vorm en achterliggende inhoud. Een inhoud die niet expliciet aanwezig is, maar door de tekeningen en foto’s zelf wordt gedragen. ‘Aanleidingen en achtergrond zijn soms fijn om te weten, maar je merkt onmiddellijk dat die extra informatie slechts bonus is’, aldus De Wilde. Voor De Wilde bestaat een monoloog bijna uitsluitend uit het stellen van vragen, en dat is voor hem ook eigen aan het/zijn kunstenaarschap. Hij geeft aan dat het werk van Van Stappen voor hem hierin gelijkend is. De Wilde spreekt van een kosmische eenzaamheid van de mens, die beide kunstenaars door de reeks van werken naar buiten brengen. De dialoog tussen de werken bestaat uit een verwantschap van beide, op zichzelf staande, monologen. DIALOOG uit BEWONDERING Met Ilse D'Hollander in gesprek gaan lijkt een eenzijdige zaak te zijn, omdat ze reeds in 1997 is overleden. Maar zoals Catharina Dhaen het zelf stelt, blijft het werk van D'Hollander leven. Het is een wereld op zich. Voor Dhaen spreken de schilderijen tot haar dankzij de te bewonderen techniek en ook dankzij de kleine monumentaliteit. Daarmee bedoelend dat grootsheid niet in de maat maar de impact zit die het op haar heeft. Zelf vat ze op dit moment haar zoektocht ook aan in het kleine, en in het wroeten en het ploegen in de lagen met de verf. Het voelt voor haar als een uitdaging om te mogen reageren op ‘het frisse directe en scherpe werk van D'Hollander’, zoals Dhaen het omschrijft. DIALOOG in SAMENSPRAAK Stanislas Lahaut en Bieke Depuydt zijn een gesprek aangegaan om zo tot een geheel te komen. Dit gesprek is eerder een natuurlijk aanvoelen dan een woordelijke conversatie. Beide kunstenaars delen een affiniteit met objets trouvés, de geleefde materialen. Lahaut stelt daarbij dat hij bewondering heeft voor de werkwijze van Depuydt, ‘die consistent werk maakt en steeds de grenzen opzoekt van het gekozen materiaal om zo tot haar essentie te komen’. De plaatsing van de werken is belangrijk. Het licht in de ruimte en de gekozen plek –de schouw- maken deel uit van het geheel. Depuydt werkt met as en pigment. Lahaut werkt met cement, en verbrandt de bekisting van het cement weer tot as om te gebruiken op de muur. De dialoog bestaat hier uit een gezamenlijk gevormde eenheid van werken, met daarbij de ruimte als derde speler betrekkend. DIALOOG dankzij affiniteit voor het BESTAAND ONBESTAANDE Willem Vermoere spreekt over ‘Suspension of Belief’ als delende factor wanneer hij opteert voor een samenwerking met Max Pinkers. Beide fotografen kiezen voor scherpe foto’s met hard licht, en bevragen het medium als een middel tot waarheidsbevinding. Pinckers gaat daarbij verder in het creëren van een nieuw en dus -zogezegd- onbestaand geheel dan Vermoere. Vermoere zal bijvoorbeeld de setting van zijn beelden niet wijzigen, terwijl Pinckers ook die regie in handen neemt. Beiden richten ze zich echter naar een gelijkend resultaat in hun thematiek. De mogelijkheid om fictie te maken met fotografie. Een van de zinnen -over Pinckers’ werk- (door Colin Pantall) vat het voor Vermoere samen, ‘de dubbelzinnigheid in de boodschap is opzettelijk’. Vermoere en Pinckers hebben een band in het ‘maken van realiteit’. (Ingrid Verhoeven)